A3 Apotheek

Bij A3 Apotheek bieden wij u graag persoonlijke aandacht om u optimaal te ondersteunen bij het gebruik van geneesmiddelen. Stel uw vraag aan een van onze assistentes of maak een afspraak met de apotheker. Op onze website kunt u eenvoudig 24 uur per dag een herhaalrecept aanvragen. Daarnaast vindt u een uitgebreid aanbod aan informatie over geneesmiddelen, gezondheid en zelfzorg.

Hogestraat 32A
7091 CD Dinxperlo

Tel: 0315-655612
E-mail: info@a3apotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

epoprostenol

Epoprostenol maakt sommige bloedvaten wijder. Hierdoor daalt de bloeddruk in uw longen. En remt de vorming van bloedstolsels.

Artsen schrijven het voor bij te hoge bloeddruk in de bloedvaten van de longen (pulmonale arteriële hypertensie) en om trombose (trombosebeen en longembolie) te voorkomen bij nierdialyse.

Wat doet epoprostenol en waarbij gebruik ik het?

Pulmonale arteriële hypertensie

Verschijnselen
Bij pulmonale arteriële hypertensie is er sprake van een abnormaal hoge bloeddruk in de longvaten. Hierdoor wordt de hartfunctie aangetast. Het bloed wordt niet meer goed rondgepompt. U krijgt daardoor last van kortademigheid, u bent sneller moe en kunt last krijgen van pijn op de borst, flauwvallen en vocht in de benen.

Oorzaken
Pulmonale arteriële hypertensie kan aangeboren zijn of het gevolg zijn van een andere aandoening. Bijvoorbeeld een aangeboren hartafwijking of sclerodermie. Sclerodermie betekent letterlijk 'harde huid'. De verharding is het gevolg van ontstekingen die littekenweefsel achterlaten. Ook de onderliggende weefsels kunnen ontsteken, zoals de organen, bijvoorbeeld de bloedvaten, nieren, darmen en longen. Als deze verharding in het hartweefsel optreedt, zal het hart niet meer goed kunnen samentrekken. Hierdoor kan het bloed niet meer goed worden rondgepompt en ontstaat hartfalen.

Werking
Epoprostenol verwijdt de bloedvaten. Dit verlaagt de bloeddruk in de vaten van de longen. Hierdoor hoeft het hart minder druk op het bloed uit te oefenen dat naar de longen stroomt. Het hart hoeft dan minder hard te werken. Daardoor worden de verschijnselen van pulmonale arteriële hypertensie minder.

Behandeling
Pulmonale arteriële hypertensie is een ernstige ziekte. Vroeger was er geen behandeling mogelijk en was een longtransplantatie het enige redmiddel. Nu zijn er verschillende medicijnen, waaronder epoprostenol.

De behandeling is nog niet genezend, maar er is de laatste jaren wel vooruitgang geboekt door verbetering van klachten en kwaliteit van leven.

Epoprostenol wordt gebruikt als andere medicijnen onvoldoende werken. Het wordt alleen gebruikt of samen met andere medicijnen als tadalafil, sildenafil, ambrisentan, bosentan of macitentan.  

Lees meer over pulmonale arteriële hypertensie . “

Trombosebeen

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen.
Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld tijdens een nierdialyse. Een bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren die verderop een bloedvat in het been afsluiten.

Behandeling
Een behandeling met epoprostenol wordt gestart bij nierdialyse als heparine niet werkt of niet gebruikt mag worden bij u.

Werking en effect
Epoprostenol voorkomt de vorming van bloedstolsels. Als u begint met epoprostenol, voorkomt epoprostenol meteen de vorming van bloedstolsels. Zelf merkt u niet veel van de werking van dit medicijn.

 

Lees meer over trombosebeen . “

Longembolie

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie.
Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij een nierdialyse. Een bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren, die verderop een bloedvat in de longen afsluiten.

Behandeling
Een behandeling met epoprostenol wordt gestart bij nierdialyse als heparine niet werkt of niet gebruikt mag worden bij u.

Werking en effect
Epoprostenol voorkomt de vorming van bloedstolsels. Als u begint met epoprostenol, voorkomt epoprostenol meteen de vorming van bloedstolsels. Zelf merkt u niet veel van de werking van dit medicijn.

 

Lees meer over longembolie . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

    Deze bijwerking is het gevolg van het wijder worden van de bloedvaten. Dit verdwijnt meestal na een paar weken. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

  • Maagdarmklachten als misselijkheid, diarree, overgeven en zelden buikpijn.

  • Kaakpijn

  • Rood worden in het gezicht (blozen) en warmtegevoel.

    Deze bijwerking is het gevolg van het wijder worden van de bloedvaten. Dit verdwijnt meestal na een paar weken. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Dit is meestal binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt dan het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Blijft u last houden? Bespreek dit dan met uw arts.

  • Snellere of juist tragere hartslag, te lage bloeddruk, waardoor u sneller kunt flauwvallen, of pijn op de borst.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. 

  • Huiduitslag

  • Psychische klachten, zoals angst en nerveus zijn.

  • Pijn en zeer zelden roodheid op de plaats van het infuus.

    Gebruikt u het infuuspompje? En blijft u last houden van deze klachten? Raadpleeg dan uw arts.

  • Bloedvergiftiging (sepsis). Bij bloedvergiftiging bent u erg ziek door een infectie. U kunt last hebben van hoge koorts, of juist een heel lage temperatuur, snel ademen, snelle hartslag, in de war zijn, suf zijn en minder kleur in uw gezicht. Dit is erg gevaarlijk. Waarschuw direct een arts.

  • Minder bloedplaatjes in uw bloed. Hierdoor heeft u meer kans op bloedingen. Waarschuw uw arts bij onverklaarbare blauwe plekken, rode puntjes op de huid, bloedneuzen of bij wondjes die te lang blijven bloeden. Heeft u een bloedstollingsziekte? U heeft meer kans op bloedingen. Overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Droge mond. Hierdoor heeft u meer kans op gaatjes in uw gebit.

    Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren als u dit medicijn meerdere weken gebruikt.

     

  • Overmatig zweten

  • Gewrichtspijn

  • Te snelle werking van de schildklier. U merkt een te snelle schildklier aan snelle hartslag, gejaagd gevoel, een warm gevoel, zweten en gewichtsverlies. Merkt u dat u hier last van heeft? Raadpleeg dan uw arts. 

  • Vermoeidheid

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik epoprostenol gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?
Ja, dat kan. U mag autorijden, en u mag eten en drinken zoals u normaal doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het slecht voor de baby is. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

U krijgt dit medicijn via een infuus of een infuuspompje in uw bloedvat.

  • Om trombose (trombosebeen en longembolie) te voorkomen: u krijgt dit medicijn via een infuus in uw bloedvat tijdens uw nierdialyse.
  • Pulmonale arteriële hypertensie: u krijgt dit medicijn de eerste keer in het ziekenhuis via een infuus in uw bloedvat. Uw arts bepaalt dan welke dosis het beste voor u werkt. Wanneer de optimale dosering is vastgesteld, zal een permanent buisje (lijn) in een van uw bloedvaten worden geplaatst. Daarna kunt u dit medicijn zelf thuis gaan gebruiken via een infuuspompje. De arts of verpleegkundige zal u uitleg geven over hoe u dit medicijn klaarmaakt. En hoe u het infuuspompje moet gebruiken. Aarzel niet bij onduidelijkheden uitleg te vragen.

Wanneer en hoelang?
Uw arts bepaalt wanneer en hoelang u dit medicijn moet blijven gebruiken.