A3 Apotheek

Bij A3 Apotheek bieden wij u graag persoonlijke aandacht om u optimaal te ondersteunen bij het gebruik van geneesmiddelen. Stel uw vraag aan een van onze assistentes of maak een afspraak met de apotheker. Op onze website kunt u eenvoudig 24 uur per dag een herhaalrecept aanvragen. Daarnaast vindt u een uitgebreid aanbod aan informatie over geneesmiddelen, gezondheid en zelfzorg.

Hogestraat 32A
7091 CD Dinxperlo

Tel: 0315-655612
E-mail: info@a3apotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

acalabrutinib

Acalabrutinib remt kanker. Het is een tyrosinekinaseremmer. Dit is een doelgerichte kankerremmende stof (’targeted therapy’).

Artsen schrijven het voor bij bepaalde vormen van leukemie (kanker in bloed en beenmerg), namelijk chronische lymfatische leukemie.

Wat doet acalabrutinib en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende aandoeningen, waarbij lichaamscellen zich ongeremd delen. Het gevolg is tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een ernstige ziekte die dodelijk kan zijn als u er niets aan doet.

Door nieuw onderzoek is in deze tijd goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk.

Acalabrutinib wordt gebruikt bij een bepaalde vorm van leukemie, namelijk chronische lymfatische leukemie (CLL). Het kan zijn dat u het dan samen met een andere medicijn tegen kanker moet gebruiken.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA heeft de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit 1 cel 2 dochtercellen, met precies hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel hebben dezelfde schade in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de schade in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen als teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. Sommige klachten komen bij bijna alle kankersoorten voor, zoals erge moeheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan 3 kilo per maand).

Leukemie kunt u onder andere merken aan vermoeidheid, duizeligheid, bleekheid, kortademigheid, bloedingen (bloedneuzen, tandvleesbloedingen), onverklaarbare blauwe plekken, gezwollen lymfeklieren (in hals, onder de oksels en in de liezen), meer infecties, pijn in de bovenbuik door een vergrote milt en lever en nachtzweten.

Neem bij deze verschijnselen contact op met uw arts.

Behandeling
De behandeling hangt af van het soort kanker, het fase van de ziekte en de situatie van de patiënt. Artsen schrijven acalabrutinib voor bij chronische lymfatische leukemie (CLL).  Het kan zijn dat u het dan samen met een andere medicijn tegen kanker moet gebruiken.

Werking
Tyrosinekinase is een type enzym dat alle cellen, dus ook kankercellen, nodig hebben voor hun groei. Acalabrutinib remt een bepaald type tyrosinekinase in de kankercellen. Hierdoor remt het de groei van kankercellen.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn heeft een krachtige werking op de celdeling, niet alleen van kankercellen maar ook van gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich normaal snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de ziekte. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen evenveel voor. Ook gaan de bijwerkingen vaak langzaam over.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijk zijn, overgeven, buikpijn, diarree en verstopping. Ook bloeding in maag of darmen, met hevige pijn in de buik en opgeven van bloed. Waarschuw in dat geval meteen uw arts.

    • Bent u misselijk? Dan schrijft de arts een antibraakmiddel voor. Mogelijk helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes. Blijft u misselijk of moet u vaker dan 1 keer per dag overgeven? Overleg dan met uw arts.
    • Van overgeven en diarree kunt u uitdrogen. Heeft u diarree of moet u overgeven? Zorg dat u extra drinkt. Neem contact op met uw arts als u 4 keer of vaker per dag dunne poep heeft, of als u ook in de nacht diarree heeft. Soms krijgt u medicijnen tegen diarree of een vochtinfuus om uitdroging te voorkomen.
  • Bijwerkingen in het bloed. Bloedarmoede, een verhoogde kans op infecties en bloedingen.

    • Deze bijwerkingen ontstaan door een tekort aan rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes.
    • Neem contact op met uw arts bij: onverklaarbare koorts of keelpijn, blaren in de mond en keel, onverklaarbare bloedneuzen, onderhuidse bloedinkjes en blauwe plekken en erge moeheid.
    • Door het tekort aan witte bloedcellen bent u ook gevoeliger voor infecties door virussen, bacteriën of schimmels. U kunt bijvoorbeeld gordelroos krijgen. Neem altijd contact op met uw arts bij infecties zoals verkoudheid, keelontsteking, griep, steenpuisten en andere huidinfecties.
    • Tijdens de behandeling zal de arts uw bloed regelmatig controleren. Als er te weinig rode of witte bloedcellen of bloedplaatjes zijn, zal de arts de dosering aanpassen. Het bloed herstelt zich weer als de kuur is afgelopen.
  • Longproblemen, zoals longontsteking, moeilijk ademhalen en hoesten. Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Ontsteking van de bijholten. Deze holten zitten in uw voorhoofd. En in uw wangen, links en rechts naast uw neus.

  • Hoofdpijn

  • Moeheid

  • Duizelig zijn.

  • Pijn, zoals gewrichtspijn en botpijn.

  • Huiduitslag. Raadpleeg bij huiduitslag uw arts.

  • Meer kans op bepaalde soorten kanker, zoals huidkanker. LET OP! Uw huid kan gevoelig worden voor zonlicht. Ga daarom niet in de zon tussen 10.00 uur en 15.00 uur. Gebruik zonnebrandcrème met factor 50 en draag kleding die uw huid beschermt. Ga ook niet onder de zonnebank.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Infecties in de blaas en urinewegen. Deze infecties veroorzaken pijn bij het plassen, rugpijn en jeuk. Raadpleeg bij deze klachten uw arts.

  • Neusverkoudheid

  • Zwak gevoel

  • Hartkloppingen en een snellere hartslag. Waarschuw uw arts als u hier last van heeft.

    Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier kans op. Heeft u al een hartritmestoornis? Overleg altijd met uw arts voordat u met dit medicijn begint.

  • Hoge bloeddruk 

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ontsteking van de lever.

    • U merkt dit aan plotse hevige pijn in de bovenbuik, een opgezwollen buik, gele kleur van huid en oogwit, onverklaarbare blauwe plekken, erge moeheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel. Heeft u een van deze bijwerkingen? Waarschuw dan direct uw arts.
    • Uw arts zal voordat u begint met dit medicijn controleren of u een hepatitis B infectie heeft.
  • In zeldzame gevallen virusinfectie in de hersenen (dit heet PML).

    • Verschillende klachten kunnen hierbij ontstaan, zoals suf zijn, koorts, hoofdpijn, maar ook verlamming van een arm of been. Waarschuw uw arts als u klachten krijgt.
    • Dit gebeurt vooral als u eerder bent behandeld met medicijnen die uw immuunsysteem onderdrukken.
    • Voor u begint met dit medicijn, zal de arts een MRI-scan maken. Deze MRI-scan moet in elk geval jaarlijks worden herhaald. Zo kan de arts kijken of er belangrijke veranderingen in uw hersenen optreden die mogelijk door dit medicijn komen. Ook zal de arts uw bloed regelmatig onderzoeken op aanwezigheid van virussen.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik acalabrutinib gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Vaccins. Overleg met uw arts als u gevaccineerd gaat worden. Bepaalde vaccins mag u niet gebruiken. Acalabrutinib vermindert de werkzaamheid van deze vaccins en verhoogt de kans op bijwerkingen ervan. Dit betreft onder andere bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Dit betreft onder andere influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker.
  • Antistollingsmedicijnen zoals acetylsalicylzuur, clopidogrel, dipyridamol, heparines, prasugrel, acenocoumarol en fenprocoumon. Door deze medicijnen heeft u meer kans op bloedingen. Overleg met uw arts.
    Gebruikt u acenocoumarol of fenprocoumon? Uw apotheek zal bij de eerste keer uw trombosedienst laten weten dat u acalabrutinib gebruikt. Vertel ook zelf de trombosedienst wanneer u begint of als u stopt met acalabrutinib of als de dosering verandert. Uw stolling moet dan extra worden gemeten.
  • Bepaalde antidepressiva en ontstekingsremmende pijnstillers. Deze kunnen ervoor zorgen dat u meer kans heeft op bloedingen. Overleg met uw arts als u antidepressiva of pijnstillers gebruikt.
  • Maagzuurremmers: cimetidine, esomeprazol, famotidine, lansoprazol, omeprazol, pantoprazol of rabeprazol. Dit medicijn heeft een zure maag nodig om goed opgenomen te worden. Overleg met uw apotheker of arts. U kunt acalabrutinib het best 2 uur vóór de maagzuurremmer nemen. U kunt ook eerst dit medicijn innemen en dan meteen de maagzuurremmer. Gebruikt u de maagzuurremmer vaker dan 1 keer per dag? Overleg dan met uw apotheker of arts.
  • Maagzuurbinders, zoals algeldraat of magnesiumhydroxide. Neem acalabrutinib dan 2 uur vóór of 4 uur na de maagzuurbinder. Anders wordt acalabrutinib niet goed opgenomen.

De volgende medicijnen verminderen de werking van acalabrutinib. Mogelijk past uw arts de dosering aan. Of controleert de werking van acalabrutinib. Overleg hierover met uw arts. Als u stopt met het medicijn duurt het een paar weken totdat dit effect op acalabrutinib weg is.

  • Hypericum (sint-janskruid), een kruidenmiddel tegen depressieve klachten.
  • Rifampicine en rifabutine, medicijnen tegen tuberculose.
  • Carbamazepine, fenobarbital, fenytoïne en primidon, medicijnen tegen epilepsie. Sommige van deze medicijnen worden ook gebruikt bij zenuwpijn en manische depressie.
  • Mitotaan, een medicijn tegen de ziekte van Cushing en bijnierschorskanker.
  • Bepaalde medicijnen tegen HIV. Vraag aan uw arts om welke medicijnen het gaat.

Sommige medicijnen kunnen de bijwerkingen van acalabrutinib versterken. Overleg met uw arts als u een van de volgende medicijnen gebruikt.

  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica.
  • Itraconazol en voriconazol, medicijnen om in te nemen tegen schimmelinfecties.
  • Ketoconazol, een medicijn tegen de ziekte van Cushing.
  • Bepaalde medicijnen tegen HIV. Vraag aan uw arts om welke medicijnen het gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Het is belangrijk dat uw arts weet welke medicijnen u nog meer gebruikt. Neem daarom uw medicatieoverzicht mee als u naar het ziekenhuis gaat. Dit is een overzicht waarop staat welke medicijnen u gebruikt, maar ook of u bijvoorbeeld allergisch bent voor bepaalde medicijnen. U kunt dit overzicht bij uw eigen apotheek opvragen. Krijgt u in het ziekenhuis nieuwe medicijnen, of verandert er iets aan uw medicijngebruik? Geef dit dan ook weer door aan uw eigen apotheek. Dan blijft uw medicatieoverzicht actueel.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Ja, dat kan. Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

Alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de behandeling met acalabrutinib en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

Alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag.

Meer adviezen bij maagklachten kunt u vinden bij Maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of zwanger wilt worden. Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Meld het in elk geval aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of binnenkort wilt worden.

Tijdens de behandeling mag u niet zwanger worden. Bespreek met uw arts een betrouwbare anticonceptiemethode.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u dit medicijn gebruikt en tot ten minste 2 dagen nadat u bent gestopt met de behandeling. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk voor de baby is.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

  • De tablet heel doorslikken met een half glas water. De tablet niet kauwen, fijnmaken of breken.
  • U kunt dit medicijn met of zonder eten innemen.

Wanneer?
U moet dit medicijn 2 keer per dag innemen. In de ochtend en in de avond. Het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen. Dan vergeet u het minder snel. De strip met de tabletten helpt u om dit medicijn op de juiste tijdstippen in te nemen.

Volg verder het kuurschema dat u van uw arts krijgt.

Let op! Gaat u geopereerd worden? Geef dan aan uw arts door dat u dit medicijn gebruikt. U moet ten minste 3 dagen voor en na een operatie stoppen met het gebruik van dit medicijn.

Hoelang?
Het ligt aan uw ziekte hoe lang u dit medicijn moet gebruiken. Uw arts bepaalt dit voor iedere patiënt apart.